Gynoxin 2% Creme Vaginal 35 Gr + 7 Appl

Vulvovaginale candidiasis

• Vulvovaginitis
• Colpitis
• Infectueuze fluor

Gynoxin 2% crème bevat:  cetylalcohol en gehydrogeneerd wolvet . Deze kunnen plaatselijk huidreacties veroorzaken

(bijv. contactdermatitis).  Dit middel bevat 50 mg propyleenglycol per 1 g crème.

Welke stoffen zitten er in dit middel? De werkzame stof in dit middel is fenticonazolnitraat. 1 g crème voor vaginaal gebruik bevat 20 mg fenticonazolnitraat. De applicator bevat ongeveer 5 g crème voor vaginaal gebruik met 100 mg fenticonazolnitraat.

• De andere stoffen in dit middel zijn propyleenglycol, gehydrogeneerde lanoline, amandelolie, polyglycolesters van vetzuren, cetylalcohol, glycerylmonostearaat, natriumedetaat, gezuiverd water.

Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?

Gebruikt u naast Gynoxin 2% crème nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of gaat u dit misschien binnenkort doen? Vertel dat dan aan uw arts of apotheker.

De vette hulpstoffen en oliën in de crème voor vaginaal gebruik kunnen van latex vervaardigde anticonceptiemiddelen, zoals condooms en pessaria, beschadigen (zie rubriek 'Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?').

Het gebruik van zaaddodende middelen (stoffen die in de vagina worden ingebracht, die sperma vernietigen en die alleen of in combinatie met bijvoorbeeld een pessarium gebruikt worden als anticonceptiemiddel) wordt niet aanbevolen. Bij elke plaatselijke vaginale behandeling bestaat de kans dat die een plaatselijk anticonceptief zaaddodend middel inactief maakt.

1. Mogelijke bijwerkingen

Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben. Niet iedereen krijgt daarmee te maken.

Na het inbrengen van het geneesmiddel in de vagina kan een licht branderig gevoel optreden. Dit zal snel overgaan. Wanneer Gynoxin volgens de aanbevelingen wordt gebruikt, wordt het nagenoeg niet geresorbeerd en worden geen bijwerkingen verwacht met impact op het hele lichaam (systemische bijwerkingen).

Langdurig gebruik van topische geneesmiddelen kan gevoeligheid veroorzaken (zie rubriek "Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?")

De volgende bijwerkingen werden gerapporteerd met Gynoxin:

Zeer zelden (kunnen voorkomen bij maximaal 1 op 10.000 mensen):  vulvovaginaal branderig gevoel  erythemateuze huiduitslag, pruritis, rash

Frequentie niet bekend:

 Overgevoeligheid op aanbrengingsplaats

Overgevoeligheid voor fenticonazolnitraat of voor één van de in "Samenstelling" vermelde hulpstoffen van Gynoxin.

Vrouw

• De inhoud van een applicator (ongeveer 5 g) 's morgens en 's avonds gedurende 3 dagen in de vagina brengen

Partner

• Het is raadzaam om, ter voorkoming van herinfecties, ook de partner lokaal (preputium en glans) met de crème te behandelen
• Indien noodzakelijk kan de behandeling herhaald worden tot de aandoening volledig genezen is